als op n geurige ochtend later,
in het late lentelicht
na het lome ontwaken, in het wespenoog
uit geluk een kringeling die
golfjes als dijken maakt..
de lucht, de wolken, het water gaan
, t staalblauwe water, de korenbloemblauwe lucht
botsend tegen het staalblauwe water
vallend tegen de korenbloemblauwe lucht
de kroezende wolken
de bloesemtocht
de aderende aarde
de lampion ランタン。
van het zorgvuldig bijeen gespaarde
uit houtgekauwde huis
haar stille kinderen ontwaard
en een voelspriet een foto, een foto
voor de laatste keer
voor zij vervliegt
als straks,
als wij
met ogen als augurken[watermerk]
langs ons heen.
een enkeling die nog waakt
over de slapende vorstin
in nauwelijks licht in nimmer weer
laat nu eerst de regen
als regen
regen langs ons heen,
vallen tikkend langzaam
langs on heen, vallend.