NOORD-BEVELAND, zon van mijn geest, licht voor mijn bewustzijn, lamp voor mijn voeten, heerlijke streek, balsem voor mijn ziel, drager van mijn onuitsprekelijk geluk, in regen, wind, mist, harde wind en bij vorst ben jij mijn liefde en het kleinood dat ik zachtjes, het behoedzaam voor iedereen verbergend, aan mijn borst koester. En bekijk ik de aarde, van de maan of Sirius, dan zie ik, door mijn zeer scherp ingestelde kijker heen, de lichtjes van alle streken der aarde het heelal inpriemen behalve van Noord-Beveland dat op die manier een rustbrengend zwart gat lijkt.In jou, in je vette kluiten, in je uien, gladiolen, aardappelen en suikerbieten, in je fazanten, korhoenders, konijnen, hazen, reeën, duinen, schorren, en stranden heb ik mijn Paradijs op aarde gevonden. Jij bent het lief eiland waarnaar ik verlang, een zeer glinsterende parel aan de horizon van mijn voorstellingsvermogen, heerlijk land met je schepen, boten en water. Schaterend sla ik mijn armen over elkaar en ga voor een ogenblik, schuin naar achter op mijn stoel hangend, als in vervoering naar de wolkenlucht kijkend, met het geluid van duizenden automobielen in mijn oor, even aan je denken en zie je reeds rijzen als de glanzendste kindertekening, aandoenlijk, lief, vermakelijk door je maatschappelijke overzichtelijkheid. Kleinood der kleinodiën, altaar der altaren, huis vol godsvrucht en bescheidenheid, Noord-Be-ve-land-ik heb u zo lief. Vette zeeklei, Psalmen, meeuwen!!